06 460 16 301 contact@hildemellema.nl

Traumaopstellingen

Wat is een trauma en hoe werk ik met jou met trauma en uiteindelijk met een traumaopstelling?

Ieder mens krijgt in het leven te maken met trauma want het is een alledaags verschijnsel. Er is Trauma met een grote T en trauma met een kleine t. Iedereen loopt tijdens het opgoeien en soms ook al in de baarmoeder en in de jonge kinderjaren (we spreken dan van vroegkinderlijk trauma), psychische wonden op, die net zo zijn als schaafwonden of blauwe plekken aan de buitenkant. Als je niet goed voor je lichamelijke wonden zorgt, dan kan dat gaan uitgroeien tot geïnfecteerde wonden of kneuzingen. Deze wonden kun je goed zien omdat ze aan de buitenkant van je lijf zitten. Wanneer je er goed voor zorgt, gaat het helen en hou je er mogelijk een litteken aan over. Onze alledaagse niet-fysieke verwondingen zijn onzichtbaar. Ze ontstaan wanneer een foetus of baby iets meemaakt wat het emotioneel niet kan behappen omdat het daarvoor de vaardigheden nog niet heeft. Baby’s en kleine kinderen hebben nog niet het vermogen om zichzelf emotioneel te reguleren en dat maakt hen zeer vatbaar voor trauma. Wanneer ouders onvoldoende beschikbaar zijn of wanneer ze de signalen van het kind niet verstaan, of wanneer het kind de signalen niet (meer) geeft, dan ontstaan er emotionele blauwe plekken en schaafwonden en die zie je niet. Dit patroon kan zich herhalen en daarmee ernstiger worden, wat kan leiden tot psychotrauma. De DSM interpreteert psychotrauma als een afschuwelijke gebeurtenis die leidt tot een psychische stoornis. Het woord “stoornis” klopt volgens mij niet. Ik geloof dat alle zogeheten “stoornissen” uitingen zijn van posttraumatische stress. Er gaat altijd een gebeurtenis of meerdere gebeurtenissen aan vooraf die reacties in gang zet bij een persoon. Vervolgens heeft het te maken met hoe die persoon in staat is zichzelf te reguleren en dat is per mens heel verschillend. Bovendien zijn er verschillende factoren die een rol spelen en die ook weer op elkaar ingrijpen. Het heeft te maken met de duur van de gebeurtenis; de mate van stapeling van gebeurtenissen; de leeftijd en ontwikkelingsfase van de persoon en of er sprake is geweest van doelbewuste traumatisering. In mijn optiek heeft dus niemand een “stoornis” maar is dat wat er is, een gevolg van wat je (soms nog onbewust)  hebt meegemaakt.

Trauma betekent letterlijk een lichamelijke of psychische verwonding. Deze schokkende gebeurtenis is zo schokkend, dat er blijvende psychische en emotionele problemen kunnen ontstaan. Je ervaart een psychisch trauma, als je je eenmalig of vaker in een situatie bevindt, waar je voor je leven moet vrezen. Je voelt (doods) angst, voelt je hulpeloos en onmachtig. Zo’n absolute mentale of fysieke overweldiging, is zó allesoverheersend dat je als je in deze situatie terecht komt, gaat vechten, vluchten of als beide niet mogelijk zijn, bevries je (je komt dan in een soort innerlijke verlamming terecht, een complete gevoelloosheid) Door deze verlamming gebeuren er verschillende dingen in je zenuwstelsel. Daarin rouleren je primaire instincten voor vechten of bevriezen nog steeds. Als deze sterke reflexen niet op een organische wijze kunnen worden afgevoerd uit jouw zenuwstelsel, dan blijf je mentaal en fysiek “bevroren”. Je psyche splitst zich af als overlevingsreactie op de traumatische gebeurtenis of gebeurtenissen. Ons brein bestaat uit

* het reptielenbrein, wat signaleert of het veilig of onveilig is

* het zoogdierenbrein, wat emotionele en sociale interacties stuurt en interpreteert

* het cognitievebrein, wat ons in staat stelt om te denken en te redeneren

Complex trauma ontstaat bij jonge kinderen. Bij hen is het cognitievebrein nog niet helemaal ontwikkeld, daarom heeft het cognitievebrein later vaak geen herinnering aan de gebeurtenis(sen). Toch is die herinnering er wel, in een andere bewustzijnslaag, het zoogdierenbrein heeft die gevoelsherinneringen opgeslagen en altijd heeft het reptielenbrein de ervaring van levensgevaar opgeslagen en communiceert het die informatie aan het lichaam. Wanneer je je durft te verbinden met je lichaam, ervaar je dat als alertheid, stress, angst. Het is veilig of het is onveilig. Je kunt in je latere leven getriggert worden (een herbeleving meemaken). Je ervaart dan een oude ‘bevroren’ situatie als actueel en reageert daarop met de beweging of ‘bevriezing’ van toen. Het zoogdierenbrein neemt je dan over. Het is normaal dat dat zo werkt.

Trauma kan van generatie op generatie worden overgedragen. Denk maar eens aan de gevolgen van een oorlog en de generaties daarna. Het doorgeven van eigenschappen van de ene generatie op de andere gebeurt biologisch en sociaal; via de genen en via de omgeving. Wanneer onze grootouders onverwerkt trauma met zich meedroegen en onze ouders het ook niet verwerkten, erfden wij het bijbehorende alertheids- en stressniveau via onze ouders van hen. En zolang wij op onze beurt ons trauma niet verwerken, geven we het door aan onze eigen kinderen.

Zelf ben ik kind van een generatie waarin zich ook van alles heeft afgespeeld en wat zich herhaalde. Hierin heb ik veel persoonlijk werk gedaan en dat blijf ik doen omdat het me geholpen heeft en nog steeds helpt om mijn eigen emotionele wonden aan de binnenkant te verzorgen en te blijven verzorgen.

Traumatische ervaringen zijn bijvoorbeeld:

  • Vroegkinderlijk trauma (bijvoorbeeld het meemaken van lichamelijke en/of psychische nood bij je moeder tijdens de zwangerschap van jou, je geboorte zoals complicaties bij de bevalling en hoe je eerste levensjaren verlopen zijn, hoe was je hechting, de zorg voor jou als baby enz)
  • Overgenomen gevoelens van trauma die vanuit eerdere generaties komen. 
  • Het meemaken of zien/horen van een ongeluk.
  • Het krijgen van een ernstige ziekte of het meemaken dat iemand die je zeer dierbaar is een ernstige ziekte krijgt en/of zal overlijden.
  • Pijnlijke en/of plotselinge verlieservaringen, zoals het plotseling verliezen van iemand die je zeer dierbaar is.
  • Het (plotseling) verliezen van je werk.
  • Het meemaken van een natuurramp of een pandemie.
  • Het meemaken van oorlog
  • Het meemaken van emotioneel & fysiek geweld en/of seksueel misbruik

In het proces na trauma worden je overweldigende ervaringen zoals hulpeloosheid, angst voor de dood, machteloosheid, wanhoop, enz. afgesplitst van je bewustzijn. Je psychische afsplitsing is een onbewust beschermend mechanisme voor je psyche om de gebeurtenis te kunnen overleven.

De gevoelens van je traumatische ervaring worden gefragmenteerd, dat wil zeggen dat je emoties in delen worden opgesplitst in een traumadeel, een overlevingsdeel en een overgebleven gezond deel.  Na je trauma leef je door met deze opgesplitste innerlijke delen die geen contact meer hebben met elkaar. Delen die afzonderlijk in je onbewuste worden opgeslagen, ontwikkelen een eigen leven en kunnen om beurten de leiding nemen in jou psyche.

trauma

In bovenstaande afbeelding kan je zien wat er gebeurt als je een traumatische ervaring meemaakt. Je geest splitst zichzelf in drieën: een gezond deel, een overlevingsdeel en een getraumatiseerd deel. Een onbewust proces wat dient als beschermingsmechanisme.

Op het moment dat je een trauma meemaakt en je die als levensbedreigend ervaart, verdwijnt je realiteitszin. Dit deel moet je afsplitsen omdat je zenuwstelsel het anders niet aankan. Op dat moment schiet je in je overlevingsstand. Dan heb je dus drie mogelijkheden. Afhankelijk van de situatie waarin je je bevindt kan je vechten, vluchten of bevriezen.

Bij vechten & vluchten hoef je geen trauma te ontwikkelen. Bij een vechtreactie is de kans groot dat je het gevecht wint, wat een gezonde handeling is, waardoor je daarna geen traumaklachten hoeft te ervaren. Dit geldt ook voor vluchten; als het je gelukt is om te vluchten, hoef je geen trauma te ontwikkelen. Het wordt anders als je gaat bevriezen wanneer je bijvoorbeeld als kind door een ouder fysiek, emotioneel of seksueel wordt mishandeld of misbruikt. Je gaat dan dissociëren, je bevriest als het ware. Op dat moment blokkeer je je gezonde gevoelens van dat moment en je emoties gaan stollen. Dat voel en ervaar je dan ook zo.

Wanneer je een traumatische ervaring meemaakt, wordt automatisch je gezonde deel en je getraumatiseerde deel afgesplitst. Wat er over blijft is je overlevingsdeel. Je gaat dan vervolgens handelen op de automatische piloot omdat het zo ondraaglijk veel pijn doet, het voelt alsof het niet uit te houden is. Je gaat dan leven vanuit je overlevingsstand. Overlevingsgedrag oftewel overlevingsstrategieën zijn gericht op overleven.  Emoties stollen en je werkelijke realiteit wordt geblokkeerd. Er ontstaat een leegte in je psyche en in je ziel. Vanuit je overlevingsgedrag maak je een nieuwe constructie van de werkelijkheid. Dat er een wezenlijk deel van jezelf is afgesplitst is niet iets wat je zelf stuurt of regelt, het is een onbewust proces. Je weet dan meestal ook niet dat je na het trauma een deel van jezelf mist. Een deel waar veel levensenergie en levenskracht in zit. Daarom voel je je vaak extreem moe wanneer je een trauma hebt meegemaakt. Je overlevingsstrategieën hebben je geholpen op het moment dat je dat hard nodig had, je hebt het overleefd. Overlevingsstrategieën ontstaan na iedere traumatisering, maar bij vroegkinderlijk trauma zijn ze vele malen complexer. Ze zijn dan ingebed en meegegroeid en de ontwikkeling van het kind. De strategieën zijn leeftijdsgebonden en gebonden aan de plek in iemands systeem. Voorbeelden van overlevingsstrategieën zijn: 

Vermijding en onderdrukking van gedachten, gevoelens en omstandigheden die verband houden met de traumatiserende gebeurtenis; sociale isolatie, plotselinge emotionele uitbarstingen, overmatig gebruik van middelen zoals alcohol, drugs, gamen enzovoort en ook het obsessief focussen op een bepaald onderwerp of een bepaalde persoon, dwanghandelingen enzovoort, wat iemand helemaal in beslag neemt, het jezelf onzichtbaar maken en uitzitten van situaties (zoals je gewend was bij bijvoorbeeld huiselijk geweld). Hoe meer lagen afweer, hoe meer het oorspronkelijke trauma uit het zicht verdwijnt en hoe lastiger het wordt om het verband te leggen. 

Werken met trauma en uiteindelijk een traumaopstelling

We starten met een kennismakingsgesprek en intake. We leren elkaar beter kennen en ik kan je meer vertellen over trauma en de werking ervan. Wanneer je besluit om samen met mij te gaan werken aan het integreren van je trauma (‘s), maken we verdere afspraken. Als eerste is het heel belangrijk dat jij je veilig voelt. Het integreren van (complex) trauma is een behoorlijke klus. De bevroren stress bevindt zich op verschillende plekken in het lichaam in de vorm van blokkades. Hoe meer je zo’n blokkade nieuwsgierig onderzoekt en (letterlijk of figuurlijk) zonder oordeel ‘aanraakt’, hoe meer het zal ontdooien. Dit is fysiek en emotioneel werk. Dit proces doen we samen. Wanneer jij eraan toe bent, en daar help ik je bij, kunnen we een traumaopstelling doen omdat deze vorm van werken vaak heel veel oplevert voor wat betreft het loslaten van emoties en het integreren van een trauma.

Werken met traumaopstellingen is ontwikkeld door Franz Ruppert en ook Vivian Broughton en Peter John Schouten zijn belangrijke leermeesters hierin. Wanneer je een traumaopstelling wilt, gaan we eerst samen bepalen hoe, wat en wanneer je dat wilt en of je daar nu aan toe bent of dat dit beter later kan of beter niet. Een traumaopstelling kan in een individuele afspraak en ook tijdens een groepsbijeenkomst waarin ik werk met opstellingen. Dit bepalen we samen. Tijdens de sessie stellen we dan de drie delen op; je getraumatiseerde deel, je overlevende deel en je gezonde deel. We werken toe naar wat voor jou helend is. Daarin kun je rekenen op een deskundige begeleiding van mij, aangezien ik veel verschillende opleidingen en jarenlange ervaring heb met het opstellingenwerk. Daarnaast blijf ik mezelf ontwikkelen en weet ik hoe ik moet handelen op dit kwetsbare gebied.

Ik ont-moet je graag.